Seguir  

Langs de Waalgrens, een vakantie in eigen land

por Jan el miércoles 1 julio 2020 23:11

Op reis gaan: het is toch vaak een hele checklist aflopen. Welke inentingen zijn vereist? Hebben we een convertorstekker nodig? Moeten we nog naar de bank voor de nodige valuta? Wordt het aanschuiven aan de grenspost? Moeten we misschien wat smeergeld klaarhouden? Ja, het plan om naar Wallonië te gaan, bracht wel de nodige stress met zich mee.

Door de coronacrisis (een gebeurtenis die in de Mainstream Media helemaal wordt doodgezwegen!) blijven we dit jaar in eigen land, voor zolang we nog één land vormen samen met de zuidelijke provincieën. Een staycation, heet dat dan. Nee, ík heb dat woord niet uitgevonden – schiet niet op de blogger. Natuurlijk kennen we Wallonië al van verschillende fietstochten, maar een echte meerdaagse reis langs de grenzen van het gewest zal ons vast nog meer leren. En avant !

Dag 1 begint met een treinreis van Gent naar Ronse, op de taalgrens. Want inderdaad, vandaag en morgen volgen we die taalgrens als Waalgrens. Van Ronse/Renaix naar La Hulpe/Terhulpen, via Enghien/Edingen en Waterleau/Eautwater. Over heuvel en dal, met bagage en al. Daar in Waterloo staat er trouwens een monument ter ere van Johan Museeuw: een Vlaamse Leeuw op een helling. Flandriens zijn blijkbaar ook populair over de taalgrens. Zal wel iets te maken hebben met al die ellendige kasseibanen hier.

De volgende dag (dag 2, voor wie de tel al kwijt was) rijden we verder in oostelijke richting. We flirten opnieuw met de Waals–Vlaams grens, en gaan soms ook los óver de grens, als waren we tieners die voor het eerst naar de chirofuif mochten in het lokale parochiezaaltje van het landelijke Oleye, of dat van Oreye, of in –godbetert– Boirs, waar het bier vlotter naar binnen liep dan dat het kon verwerkt worden. Ocharme de opgetrommelde ouders die hen dan achteraf naar huis moesten voeren. Ah ja, Voeren: dat is onze bestemming voor vandaag. Of Fourons, zo u wil. Een dag met duizend hoogtemeters die aanvoelden als een veelvoud daarvan. Mooie streken, dat wel: het Hageland, Haspengouw/Hesbaye, en het Land van Herve/Pays de Herve.

Na een niet zo geweldige nachtrust (de combinatie van de net aan úw raam verzamelde airco’s van het hele hotel en de heteluchtafvoer van de keuken net onder úw vloer heeft zo haar gevolgen) gaan we op dag 3 monter naar Monschau. Dat is in Duitsland, jawel, maar het is niet ver van de grens. Voor we Duitsland binnenvallen (don’t mention etc.) annexeren we nog een maaltijd in Nederland, aan het drielandenpunt. Grote delen van deze rit komen eigenlijk uit dag 2 van de komende Strooptocht met Spaak & Spier. Alleen zal die dan omgedraaid worden, dus zó erg is dit niet. Fietsen is fietsen, en reizen is reizen. (Voor wie zelf zin krijgt alvast deze opmerking: in Monschau moet het toerisme nog wat opnieuw op gang komen, dus verwacht niet te veel qua eten, en al absoluut niet na 20:00.)

Dag vier dan al: de tijd vliegt. Dat weet ook Liselotte, want die is weer een jaartje ouder. Haar verjaardagsontbijt is een mueslireep — ik moet haar ook weer niet té veel verwennen. (Die reep is maar een zoethoudertje tot de bakker/ontbijtplaats opent, om 09:00. Ik zei het al: alles moet nog wat op gang komen.) Ook vandaag doen we drie landen aan: we ontbijten in Duitsland, lunchen in België, en dineren in het Groothertogdom Luxemburg. Tussendoor komen we ook nog terecht in een onweer van jewelste: een domper op de verjaardagsfeestvreugde. Goed dat we laat in de avond nog een allerschattigst vosje tegenkomen. Die geeft ons nog het laatste restje energie dat we nodig hebben om in het hotel in Bastogne te geraken, drie (3!) minuten voor sluitingstijd. Aankomen om 21:57, dan mogen we wel spreken van een lange dag.

De volgende ochtend, de vijfde van de reis, moeten we noodgedwongen afwijken van de geplande route. Het onweer van gisterenavond is overgegaan in een niet direct aflatende regen, en straks komt er meer van dat. We verlaten dus even onze zorgvuldig uitgestippelde grenstocht en gaan via een kortere en deels onverharde weg naar Florenville. Dat levert een tussenstop in Neufchateau op (hippe keet: la Table de l’Épicerie), in plaats van eentje in de abdij van Orval. Maar wel droog aangekomen in het hotel, en dat is misschien nog wel belangrijker dan bier. Wel vreemd, al om 15:00 klaar zijn met de fysieke inspanningen.

Dag 6 dan. Orval bij het ontbijt, zowaar — de kaas, welteverstaan. Niet bijzonder smaakvol, voor wie ze nog niet kent. Het miezert wanneer we hotel Le Florentin (goede kamer, teleurstellend avondeten, prima ontbijt) verlaten, maar dat blijkt wel het ideale weer om hertjes te spotten. Eerst eentje, en enkele kilometers later nog drie langs de weg in een vrij verlaten bos. “Vrij verlaten”, want vanuit het bos klinkt luide gabbermuziek. Zeer vreemd. We gokken op een (al dan niet legale) fuif ergens op of net over de grens, weg van bemoeials. Die zitten namelijk allemaal in het behoorlijk bezochte Bouillon. Wat een contrast met het namiddagdeel van de rit, wanneer we via meerdere langere klimmen de Semois-vallei verlaten en naar de grens (duh) in de buurt van Willerzie en onooglijke gehuchten als Felenne fietsen. Erg mooi ginder, en ook goed met de trein bereikbaar via Beauraing. Gratis tip. (En extra gratis: fietsen mogen vanaf 1 juli ook voor € 0 mee op de trein!)

God rustte op de zevende dag, maar wij zijn maar gewone stervelingen en mogen dus ook vandaag aan de bak. Viroinval, Couvin en omstreken zijn toeristisch erg ondergewaardeerd (en onderontwikkeld, wat daarmee samenhangt), maar kunnen we alleen maar van harte aanbevelen. Rust en reliëf, voor ieder wat wils. Tenzij ge de zee zoekt, natuurlijk. Wij nu alvast niet, dus het is volop genieten. En afzien — maar dat is vaak hetzelfde op fietsreis. Gelukkig worden we in Chimay beloond met de gepaste drank. (Perrier Citroen en Tonic, allebei welverdiend.)

Voor wie nu alsnog een rustdag verwacht: ziehier dag acht! En nog altijd geen rust, hoor. Vandaag is een echte slooptocht, want het gaat op en af en op en af en op en af over drukke wegen met slecht wegdek en veel tegenwind. Valt het op dat de moraal wat laag zit op weg van Chimay naar Belœil? Misschien was zo’n rustdag toch geen slecht idee. Maar kijk, het einde van de reis nadert, en daarmee goddank ook het einde van dit epistel. (Het enthousiasme van dit verslag weerspiegelt het enthousiasme over de route van deze dag.)

Dag 9 is maar een halve dag, want onze eindbestemming ligt niet ver. Toch niet in vogelvlucht. Grensvolgend is het station van Doornik 40 km verwijderd van onze laatste B&B, maar het zijn makkelijke kilometers, ondanks wat regen. Geen noemenswaardige hoogtemeters vandaag, en dat is wennen na onder andere de Ardennen. Doornik is een goede eindhalte: veel geschiedenis, imposante gebouwen, en veel horeca. We sluiten de reis rondom Wallonië af met een gepast gerecht: Bretoense pannenkoeken. Ah ja, want daar spreken ze toch ook Frans, hé?

À la prochaine, tout le monde !

|

Añada su comentario

Catena : La Comunidad Mundial de Ciclismo

permanecer actualizado

Esponsores…

Q-Cycling
Centurion